Een pagina

Als het gaat over netwerken en bruggen bouwen dan kent het PNAT (Palliatief Netwerk Arrondissement Turnhout) als geen ander de meerwaarde van samenwerken. Al sinds hun opstart in 1995 waren ze als organisatie genoodzaakt tot het opzetten van samenwerkingsverbanden tussen partners zoals de woonzorgcentra, thuiszorg en de ziekenhuizen. Die expertise komt nu van pas als één van de trekkers (samen met Logo Kempen) van het Regionaal Zorgplatform Kempen waarvan in april 2022 de pilootfase afloopt. Met coördinator Guy Hannes kijken we terug op het pilootproject en de mogelijkheden voor de toekomst.

Guy Hannes: “20 jaar geleden waren het evenwicht tussen de zuilen en het apart werken per setting nog heel belangrijk. Dat hebben we door de jaren heen zien veranderen en verdwijnen. Mensen gaan nu anders om met mekaar waardoor nu, veel meer dan vroeger, over sectoren en structuren heen nagedacht en gewerkt kan worden. Dat zorgt voor veranderingen in het zorglandschap, tot op vandaag. Structuren en budgetten worden aangepakt. Het regionale verhaal kan daarom een belangrijke rol spelen in de toekomst.”

Traditie van netwerken in de Kempen

“Nog voor er sprake was van een Regionaal Zorgplatform bestond er in de Kempen al een goeie traditie van regionale netwerking. Jarenlang organiseerde we met het SEL, Expertisecentrum dementie, Netwerk GGZ en Logo Kempen 2 keer per jaar een overleg over ieders werking. Logo doet preventie. Wij palliatieve zorg. Je denkt in eerste instantie dat je niks voor mekaar kan betekenen, totdat je mekaar leert kennen en je merkt dat er wel meer overlap is dan eerst gedacht. Het Regionaal Zorgplatform zagen we eigenlijk als een verderzetting van de reeds bestaande structuur. We kenden mekaar al en konden vanuit een solide basis het platform nog breder opentrekken en meer partners engageren. Intussen zetelen we met een 20-tal partners aan tafel in het Regionaal Zorgplatform Kempen. Als partnerorganisatie moet je durven kritisch kijken naar jezelf en open staan voor een ander. Dat maakt samenwerken interessant. Tot slot hebben we in de Kempen het voordeel dat de partners ook geografisch in dezelfde zorgzone actief zijn.”   

De expertise die je samenbrengt is onschatbaar

“Je leert zoveel meer mensen kennen waardoor je veel makkelijker connecties en linken kan leggen met andere organisaties. Plannen worden sneller afgetoetst. De communicatielijnen zijn veel korter. Zo heeft het Logo sterke relaties met lokale besturen. Wij bouwen dan weer op een netwerk met de ziekenhuizen en woonzorgcentra. De expertise die je samenbrengt in zo’n platform is van onschatbare waarde.

Het is ook opvallend hoeveel overlap er bestaat in bestuursorganen. We zien vaak dezelfde mensen terugkomen in verschillende bestuursraden of Algemene Vergaderingen. Dat kan misschien efficiënter georganiseerd worden op het regionaal niveau.

Een van onze belangrijkste ankerpunten is de palliatieve thuiszorgequipe. Zij werken regionaal. Dat kan je niet inbedden op eerstelijnsniveau, ook niet Vlaams, dus een tussenniveau is ideaal. We hebben zo al heel wat samenwerkingsverbanden kunnen uitwerken in het verleden.

Een ander voorbeeld is de gezamenlijke nieuwsbrief voor de huisartsen die samengesteld en verzonden wordt vanuit lokale partners. Gemeenschappelijke krachten inzetten is een belangrijk voordeel. Zo zouden we één regionale zorg- en welzijnsdag kunnen inrichten waar wij als PNAT aan deelnemen in plaats van ieder afzonderlijk een vorming of studiedag.”

Wat na afloop van de piloot?

“Ik hoop alleszins dat het netwerk zoals we het tot op vandaag hebben opgebouwd, blijft bestaan en wij palliatieve zorg kunnen blijven uitdragen. Het pilootproject heeft gezorgd voor een goeie dynamiek en de neuzen staan nog meer in dezelfde richting. In welke vorm of structuur vind ik minder belangrijk. Inhoudelijk hoop ik wel dat we regionaal kunnen blijven afstemmen. Ik denk aan de invulling van palliatieve zorg. In een regio zoals de Kempen moet je toch andere accenten leggen voor bv. palliatieve bedden dan in een grootstad. Op vlak van armoedebestrijding of huisvesting kan een regionaal netwerk afstemmen welke partners moeten samengebracht worden. De eerstelijnszones zijn intussen goed geïnstalleerd en ook daar kan een regionaal netwerk verlichting bieden voor zaken die regionaal aangestuurd kunnen worden.

 

Zonder corona hadden we nog meer interpersoonlijke contacten gehad en stonden we wellicht veel verder. Netwerken via een scherm, dat gaat niet. Bij een vorming of een overleg zijn de pauzes en hetgeen voor en na gebeurt dikwijls erg belangrijk. Dan wordt gepraat, uitgewisseld en geleerd van mekaar.”

Gezondheid en preventie op het werk.
Mensen moeten zich op hun gemak voelen.

“Hoewel het PNAT een klein team is (4 medewerkers) vind ik overleg heel belangrijk. Wekelijks of tweewekelijks even samenzitten, fysiek, dat bevordert de werksfeer en het welzijn in het team. Ik stop ook veel energie in individueel overleg waarbij de workload vaak aan bod komt. Eén keer per jaar plan ik een functioneringsgesprek waarbij we praten over de samenwerking, de organisatie, mezelf als leidinggevende en de medewerker. We zijn een team dat veel buitenshuis werkt, dus de dagen dat we informeel samen kunnen lunchen vind ik extra belangrijk. In coronatijden gewoon eens bellen in plaats van te chatten is vaak nog het beste, vind ik. Die informele babbel wil ik behouden.

Een permanente barometer voor mij is het evenwicht tussen privé en werk en dat zorgt ervoor dat ik vaak op woensdag alleen op kantoor ben. En dat kan. Mensen moeten zich op hun gemak voelen. Ook voor mij persoonlijk is die werk privé balans belangrijk. Mijn mentale rust vind ik in mijn grote moestuin en mijn vrijwilligersfunctie als conservator van het natuurgebied Molse Nete. Ik ga er prat op in het weekend mijn computer dicht te laten en geen mails te beantwoorden. Die boodschap geef ik ook door aan mijn team.”

Fijn dat je er bent! Deze website gebruikt cookies voor een betere surfervaring. Door op \'accepteren\' te klikken, ga je akkoord met het gebruik van deze cookies.